Met vrienden 160 km. de Camino lopen!
Van O'Cebreiro naar
Santiago de Compostella.
Het idee kwam heel spontaan! Ik weet niet meer waarom we bij onze vrienden Annette en Wilfried over de Camino praatten maar plotseling zei Annette: waarom gaan we niet ook eens 175 km van die Camino lopen?
Ik vond het meteen een leuk idee. Elly en Wilfried protesteerden en zeiden dat ze 100 km genoeg vonden. Uiteindelijk kwamen we na een paar gesprekken overeen dat het de 159 km van O'Cebreiro naar Santiago de Compostella zouden worden.
We bepaalden als startdatum 25 oktober. Wij zouden vanuit Frankrijk op 22 oktober aankomen in Denia. Na een rustdag zouden we dan op 24 oktober de 935 km. naar O'Cebreiro rijden. Op 25 oktober zouden we dan starten.
We kochten rugzakken en zaklantaarns bij de Aldi. Zijden slaapzakken, poncho’s, wandel sokken, zweethemdjes, wandelbroeken en handschoenen bij de Decathlon.
Mijn wandelschoenen waren versleten dus ik moest nieuwe kopen. Bij Hendriks Textiel in Heerlen kocht ik een paar Italiaanse Grisport wandelschoenen. Omdat ik zeer brede voeten heb kon ik bij Grisport goed slagen. Voor Euro 99,50 had ik mooie comfortabele lage wandelschoenen. Samen met mijn nieuwe steunzolen voldeden ze prima! Elly haar schoenen zagen er nog prima uit!
Elly en ik liepen een paar maal de donkergroene route op de Brunssumer heide. Uit en thuis zijn dat iets meer dan 15 km. Dat verliep best wel goed. Door regelmatig te rusten liepen we die afstand zonder problemen. We hebben ook twee keer de rugzak met 5 kg gevuld en die gedragen. Ik had toen wel last van mijn rug strekspier aan de linker schouder. Na die oefeningen dachten we dat de routes in Spanje niet al te grote problemen voor ons zouden opleveren.
De aankomst bij Annette en Wilfried was heel hartelijk. We zetten avonds nog onze e-bikes in de woonkamer en droegen waardevolle spullen uit de auto naar binnen. We bespraken nog eens ons lijstje met benodigdheden, pakten alles in en gingen naar bed.
Om 4 uur ging de wekker!! We stonden op, ontbeten eenvoudig en vertrokken om 5 uur. De afstand naar O'Cebreiro was 935 km! We hadden goed weer, wisselden regelmatig af, maakten een paar maal pauze en kwamen tegen de avond, net voor het donker werd, aan. Het inschrijfkantoor was nog open. We werden geregistreerd en kregen onze eerste stempel! Nu was alles echt begonnen! Het was niet zo erg druk in het dorpje, we vonden snel een vierpersoonskamer voor 20 euro p.p. We aten in het eenvoudige maar niet ongezellige restaurant met open haard. Het pelgrim menu voor euro 10,00 beviel best goed!
Dat pelgrim menu bleef de hele Camino plusminus 10 euro kosten. Voorgerecht, hoofdgerecht, nagerecht, een halve fles witte of rode wijn en een fles of karaf water. We hebben nooit echt iets slechts gegeten, soms was het zelfs verrassend lekker. De bediening en de stemming in de restaurants was steeds vriendelijk en gemoedelijk.
De eerste morgen stelden we ons vertrek een half uur uit omdat het nog te donker was. We moesten ook meteen een berg op. Het smalle wandelpad vol ruwe stenen was een eerste kennismaking met hetgeen ons te wachten stond. Wel viel meteen op dat de bewegwijzering goed was. Dat is ook zo de 159 km lange tocht gebleven.
We hadden 19 km gepland. Het ging zowel bergop als bergaf. Smalle en brede paden wisselden elkaar af. We liepen door bossen, weilanden, door kleine dorpjes en langs eenzame boerderijen. Regelmatig was er een restaurant waar we iets konden drinken en/of eten. Maar het gebeurde ook dat we er aan toe waren en dan van een passerende Spanjaard te horen kregen dat we nog een paar kilometer verder moesten.
Na 15 km begonnen Wilfried en ik pijn te krijgen in de bovenbenen tussen knie en lies. Bij Wilfried werd het zo erg dat hij wijdbeens ging lopen toen hij een berg af moest. Dat wordt morgen niks meende hij.
De hele trip werd 21 km. En we waren echt op. De rugzak was zwaar, de benen deden pijn, we waren gewoon op!
Elly moest onderweg een taxi bellen. Ze was zwaar verkouden en toen ze de berg zag die we op moesten zonk haar de moed in de schoenen. De taxi werd besteld door een aardige mevrouw die haar oudere man ondersteunde bij zijn dagelijkse wandeling, een stukje van de camino! Wij liepen verder maar waren ook wel graag in die taxi gestapt, die later met Elly erin, claxonnerend voorbijreed.
Bij de laatste afdaling kwam Elly ons weer tegemoet. Even later waren alle pijn en moeilijkheden vergeten! In een makkelijke terrasstoel, in de zon en met een grote pils in onze hand kon dat ook niet anders. De nieuw gebouwde moderne refugio was daar vlak bij. We boften met een twee stapelbedden kamer. Eerst maar een siësta, dan zal het daarna beslist weer beter gaan.
Dat was ook zo!! We wandelden door de dorpsstraat en ontdekten een restaurant dat er uitnodigend uitzag. Avonds hebben we ontdekt dat het ook nog heerlijk eten bood en daarbij een verzamelplaats was van de wandelaars die we overdag met een “Bon Camino” gegroet hadden of er een kort gesprek mee hadden gevoerd.
We lagen vroeg in bed en hadden geen moeite met inslapen. Ik kwam Wilfried nachts op de trap naar het toilet tegen. Met de grootste moeite kwam hij tree voor tree de trap af. Dat wordt niks vandaag Harrie, ik denk niet dat ik nog mee kan lopen, zei hij met vertrokken gezicht. Een paar uur later viel dat weer mee. We zijn s morgens in het zelfde restaurant voor vijf euro uitgebreid gaan ontbijten en vertrokken toen het weer licht was. Welgemoed begonnen we aan de 19 km. die voor vandaag stonden aangegeven in het routeboek tot de volgende refugio.
Annette liep heel gemakkelijk. Elly moest bij lange hellingen regelmatig even stoppen omdat ze te weinig lucht kreeg. Wilfried klaagde nergens over en ik voelde ook niets meer van de pijn aan de mediale brede dijspier, de spier tussen knie en lies. Na 15 km. kwam de pijn weer langzaam terug. Maar we hoefden toen nog maar 4 km. dus daar deden we niet te moeilijk over. Toen een boer ons vertelde dat er over enkele kilometers een restaurant zou komen en dat restaurant er plotseling na de volgende hoek al was, voelden we ons best weer sterk. Dat veranderde snel na de aankomst bij de geplande refugio.
“Tijdens het winterseizoen gesloten” stond er op het witte stuk karton dat tegen de glazen deur was geplakt. Dat was pech en…..….. de volgende refugio was 5 km. verder.
We hebben elkaar moed ingesproken en eigenlijk viel het toen wel mee. De stad Sarria was nu ons doel en het lag in elk geval veel lager dan waar we nu liepen. We zijn, na 24 km., meteen weer aan onze siësta begonnen en voelden ons ook nu daarna weer herboren.
Vanaf de volgende ochtend was het lopen voor ons alle vier geen probleem meer. De rugzak was nog wel een ballast. Maar toen wisten we nog niet dat we daar de volgende dag een oplossing voor zouden vinden.
Vooral voor mij waren de ontmoetingen en de gesprekken met de andere camino lopers het mooiste van de camino. Ze kwamen echt overal vandaan! Australia, Zuid Korea, Rusland, Chili, Italia, Duitsland, Argentinië, Nederland, België, Nieuw Zeeland, Polen, Noren en Zweden. Bijna iedereen spreekt dan zoveel Engels dat je elkaar kunt begrijpen. En net als vroeger, met de lifters die ik meenam in mijn auto, zijn de gesprekken al gauw vrij open en diepgaand. Dit is ook een van de redenen waarom ik denk dat je de camino alleen zou moeten lopen.
De volgende dag was onze refugio een oude verbouwde boerderij. Door een donker trapportaal en een houten trap kwamen in een heel gezellige vier bed slaapkamer. Buiten was een gezellig terras. Een gast had zijn gitaar mee genomen op de camino. Eerst speelde daar een Ier hele mooie instrumentale melodieën op. Later nam hij zelf de gitaar en zong enkele moderne Engelse liedjes. We aten avonds allemaal samen “wat de pot schaft” aan drie tafels in U vorm opgesteld. Toen was er echt het samen de camino lopen gevoel.
Van een Duitser die in de buurt van Stuttgart woonde hoorde we zijn redenen om de pelgrimstocht te lopen. Hij was ingenieur, zelfstandig en had zich voor een project aan BMW verhuurd. Het betrof werk aan de ontwikkeling van de nieuwe elektrische auto’s van BMW. Hij had dat project tot een zeer goed einde gebracht en besloot toen een sabbatical jaar te nemen. Eerst de 800 km. naar Santiago en dan de overige maanden naar India en Australia.
Een Oostenrijkse vrouw vertelde dat ze elke dag naar Zwitserland ging om daar te werken bij een bedrijf als boekhouder. Plotseling was het bedrijf opgeheven en was ze werkeloos. Ze kon op haar 55 jarige leeftijd niet meer zo snel een nieuwe baan als boekhouder vinden. Ondertussen had ze wel ontdekt dat ze een handige en snelle kelnerin was. Dat betekende dat ze met haar talenkennis tijdens de seizoenen zowel in wintersport- als in zomer vakantie gebieden kon werken. Directe angst voor de toekomst was er dus niet meer. Dus kon ze nu ook haar al lang gewenste trip naar Compostella gaan lopen. In haar eentje en vol goede moed voor de toekomst. Met een “bedankt voor het leuke gesprek en “bon camino” namen we afscheid.
De mevrouw die in Haarlem was gestart, het echtpaar dat vanuit Aken was gekomen, het Australisch paar dat met tent en slaapzak was begonnen maar die naar huis hadden gestuurd en nu in de refugio’s sliepen, de Italiaan die een kleine twee rijer accordeon had en daar de hele dag, al wandelend, op speelde, de kleine Chinese die bijna even breed was als groot en ook nog een hele grote rugzak droeg, de runner die de hele camino hard liep met in elke hand een 5 kg. gewicht, de altijd lachende Braziliaanse die je voor of achter je hoorde schateren, de jongeman die net zijn studie af had, eerst de camino liep en hoopte dat pa of wie dan ook, hem daarna de financiën bood om een paar maanden naar India te gaan. Het was een bonte mix maar allemaal met het gevoel van broederschap in het halen van het grote doel: De Kathedraal in Santiago de Compostella.
De eigenaar van de verbouwde boerderij informeerde ons over de mogelijkheid om de rugzakken voor 3 euro per stuk naar een volgende refugio te laten brengen. Daar waren Elly, Annette en Wilfried direct voor te vinden. Ik vond het een beetje gluurder spelen naar de echte pelgrims die wel hun rugzak, hun ballast, droegen. Meeste stemmen gelden, dus de rugzakken gingen met de taxi. Het liep echt een stuk prettiger en heeft er toe bijgedragen dat we zonder problemen de tocht volbracht hebben.
Alleen Elly had een blaar aan een hak. Nadat ze met Compeed was afgeplakt was de pijn vol te houden. Later is er nog vocht uitgeperst en toen was het nog beter! Annette is de laatste dagen op de sandalen gelopen en ook Wilfried vond sandalen beter dan zijn wandelschoenen. Die waren toch al aan hun einde want bij de hakken en bij een zool braken er stukken af. Mijn nieuwe wandelschoenen en steunzolen waren o.k. Na 4 uur moest ik wel even de linkerschoen uittrekken. Na een kwartier hadden de botjes zich dan weer gereset en de beklemde zenuwen weer de ruimte gegeven. Ik kan er nu de wereld mee rond.
Onderweg, op zoek naar een refugio, keek ik door een boogpoort een erf op waar man en vrouw bezig waren in de tuin. Ik weet niet waarom maar ik zei in het Nederlands: Misschien is hier wel een slaapplaats voor ons. De man draait zich om en zegt: Kamers genoeg maar die zijn nog niet klaar! We komen in gesprek en ze vertellen me het volgende verhaal: Hij was de eigenaar van makelaardij Grensland en in Sittard gevestigd. Het was in de gouden tijd en zijn bedrijf draaide heel goed. Tijdens een vakantie werd, net zoals wij nu, een deel van de Camino gelopen en toen leerde hij de prettige aard van de Spanjaarden en de mooie streek Galicië kennen. Weer thuis bleef dat hangen en enkele weken later besloten ze de zaak en hun huis te verkopen en in Galicië iets te kopen en dan daar voor vast te gaan wonen. Het werd deze boerderij die ze nu nog aan het verbouwen waren.
Ze waren door de Spanjaarden na aankomst heel goed ontvangen. Men kwam bij elkaar op bezoek. Ze hielpen als dat nodig was de Spanjaarden en die hadden hen geholpen bij het opzetten van een zelfvoorzienende tuin en veestapel. Zij helpen de Spanjaarden bij de oogst die daarvoor weer hun diepvries vullen als er geslacht word.
Het was een hele fijne ontmoeting en een leuk en interessant gesprek! Een “Ik vertrek” in minivorm.
De aankomst in Compostella stad, en het "we zijn er" gevoel, begon al enige kilometers voordat we in het centrum arriveerden en de kathedraal zagen. Maar plotseling zie je dan de torens tussen de andere gebouwen. Maar het verwachte Ooh en Aaah gevoel is er dan nog niet echt. Pas het plein oplopen en naar de hoge kathedraal kijken geeft je dat gevoel echt! Daarnaast ontdekten we tijdens de mis en het schouwspel van het slingerende wierookvat ook iets van “waar voor hun geld geven”. Als niet gelovige, maar wel nog behept met de herinneringen uit onze jeugd, is het een mix van godsdienst en showbusiness. Van traditie en ons hedendaagse zoeken naar dat nog steeds onbekende.
Later, bij de uitreiking van de geloofsbrief, de Compostella, is er naast een prettig ook een trots gevoel!
Een gevoel dat zegt:
Ja,Ja,Ja! We hebben het toch gepresteerd!